De IJssel stroomt

Een stuk wrakhout langzaam met zich meevoerend

Ergens onderweg stroomopwaarts opgepikt

Losgekomen door het hoge water

Haar weg vindend richting de eindeloze zee

 

Een schip nadert

Diep liggend op weg naar zijn bestemming

vechtend tegen de stroming.

De golven doorklievend

Uiteenwijkend langzaam naar de kade toerollend

 

Een wandelaar loopt aan de overkant

Gevangen op een droge strook tussen rivier en uiterwaarden

De hand boven de ogen

Tegen het licht van de laagstaande zon

Die haar stralen door de wolken richting aarde werpt.

 

Het wrakhout is verdwenen

Het schip door een bocht aan het zicht onttrokken

De wandelaar is op zijn schreden teruggekeerd

weerhouden door het stijgende water

Wat rest is de zon weerkaatsend op het stromende water van de IJssel

Ik vond een gedicht over de IJssel op mijn harde schijf wat nadrukkelijk niet mijn vingerafdruk had. Nadere bestudering bracht de naam Henk Gombert naar voren.

het inspireerde mij tot een eigen gedicht over de IJssel, de mooiste rivier van Nederland

Liggend in de stoel

Haar vingers behendig in mijn mond.

Uit een ooghoek kijkend naar haar ronde kont

Een onbehagelijk gevoel

 

Ze buigt zich ver over mij heen

Ik voel de warmte van haar lijf

Ze zegt: het wordt straks een beetje stijf

Ze steun met haar hand op mijn linker been

 

Ik roep er nog iemand bij

Straks gaan ze aan de haal

Ik voel me goed, een beetje vrij

 

Maar waar ik toch van baal

Is het gevoel van onrust diep in mij

Wachtend op een behandeling aan het wortelkanaal

Een bezoekje aan de tandarts


Daar hangen ze

Als symbool van het collectieve falen

Jong nog,

voor zich uit te balen

Onderuitgezakt een joint tussen de lippen

Zien ze langzaam de toekomst aan zich, ontglippen

Het blikje redbull

Leeg , mist net haar doel

De broek hangend op de billen

Nog even een beetje chillen.

Dan sloffen ze naar huis

Maar het voelt niet aan als thuis.

Hoe trekken we ze erbij

Hoe draaien we om dat tij

Een gedicht over mijn zorgen over die groep jongeren die zichzelf kansloos dreigen te maken.


Dat wat eerst je nog deed opstaan uit je stoel

Dat waar je ooit nog tegen in verzet kwam

Dat wat je schoen nog naar de buis deed  vliegen

Dat waar je je nog mateloos aan irriteerde

Dat waar je vroeger nog je bed voor uit kwam

Dat waar je ooit nog enthousiast van werd

Dat wat je deed omkijken naar die ander

 

Dat Is nu slechts verworden tot een vaag gevoel

 

Niet eens meer een gefronste wenkbrauw

Niet omkijken naar die ander

Niet geraakt worden door de ellende om je heen

Niet meer genieten van het kleine

 

Dat is gevoelsarmoede[1]

Het einde van je bestaan

 

Gevoelsarmoede

 

Zomaar een woord wat voorbijkwam en wat riep om een gedicht, want achter één woord zit soms een hele wereld verborgen


De populist

 

Grossiert in simpele oplossingen voor complexe zaken.

spreekt herkenbaar en in klare taal.

Gaat niet zelden met de waarheid aan de haal.

Weet het hart van de Vox Populi te raken.

 

En of zij nu Pim, Geert of Silvio heten,

of illustere namen uit een ver verleden

Wolven die zich als schapen wisten te verkleden.

Eén ding moeten wij niet vergeten:

 

Dat retoriek en het verbale

als teken van hun kracht

het leven slechts verschralen.

 

Het gaat ze immers om de absolute macht,

zodat zij uiteindelijk bepalen

hoe de rechtstaat wordt verkracht.

Ik maakte voor mijn radioprogramma Praten met Pieter, op de lokale zender in Zutphen een programma over populisme. 

Daar hoort een gedicht bij!


Weg, naar het oosten

 

Schier ongebreideld optimisme, in mijn hart geen twijfel

Zo voerde mijn weg mij ooit naar het oosten

Al wat ik in mij had zou ik daar gaan oogsten

De weg rechtdoor volle vaart ik kende geen geweifel

 

De zon scheen mij tegemoet

Wat voor mij lag een vergezicht van het nieuwe heden

Voor dat wat ik achter mij had gelaten, mijn verleden

Restte slechts een simpele afscheidsgroet

 

Maar hoe voortvarend ook begonnen

Zo stroperig was het tempo om mij heen

Ik moest mijzelf herbronnen .

 

Ik wilde verandering, en wel meteen

Waarom was ik toen zo onbezonnen

 

Maar ziet, ik sta daarin niet meer alleen

Over wennen in het oosten komende uit het westen.

Hoe in een klein land de verschillen tussen regionale afkomst al tot problemen kunnen leiden.

Wat ook geldt van oost naar west.


Kijk om je heen.

Blijf niet onberoerd.

De wereld door conflicten overvoerd.

Hoop, er is er schijnbaar geen.

 

Het pessimisme viert hoog tij.

Doemdenkers spelen op het veld.

Getormenteerd, gepijnigd en gekweld.

Zij zien ontheemden, een lange rij.

 

Maar hij die alle hoop verloren heeft

zie de toekomst niet te somber in.

Is hoop niet juist wat ons beweegt?

 

Kijk op! O stille verwondering.

Want wat de natuur ons elke keer weer geeft,

 

Kijk, daar gloort een nieuw begin!

hoe doemdenken en negativisme een self fulfilling prophecy zijn


Angst

 

Angst voor het onbekende

Angst voor het leed in het verschiet

Angst voor de pijn en het verdriet

Angst voor al die ellende

 

Angst voor diegene die ons met geweld bekeert

Angst voor de angst van de terreur

Angst voor de angst van het mediaal gezeur

Maar vooral de angst voor de angst die ons regeert

 

Bang voor de haan die oproer kraait

Maar misschien nog wel ‘t-wrangst,

het is de werkelijkheid verdraait,.

 

want ben je zelf eigenlijk niet het bangst

Voor wat het zaait:

 

Angst


Bruin 1

 

Maanden was er over gesproken

Een ijskast speelde een prominente rol

Vol was blijkbaar niet langer vol

Ze waren vooral de diepte niet ingedoken

 

Bang voor het onvermijdelijk falen

Een akkoord op hoofdlijnen

Een beetje op de populistische golf meedeinen

Door, zonder te dralen

 

Want gedecimeerd links lag op de loer

Nu rechts zijn vingers eindelijk kon gaan aflikken

Moest de rechtstaat maar een beetje inschikken

Maar links lag uitgeteld reeds op de vloer

 

Zo gebeurde wat niet werd verwacht

Want de werkelijkheid zo naar het scheen

Was toch echt bruin 1

Wie had dat nu gedacht


Achter in de auto

 

Ze had zich groot gehouden.

De zaal ingekeken zonder iets te zien

Behalve die ene, die ze verafschuwde, Maxime.

Het had een eeuwigheid geleken.

 

'Stand bij your man', zo ging het wijsje.

een combinatie van Hillary en Zeeuws meisje

Ze voelde de krachten in haar stromen.

Eindelijk hij zou weer bij haar komen wonen.

 

naast haar zat hij, uiterlijk sterk en fief

maar ze wist hij was gebroken, van binnen nochtans een wrak

midden in de nacht was hij vertrokken, als een dief

 

hij keek haar aan en fluisterde zwak:

'Je bent zo lief..'.

 

Ze brak

Het waren de 2e kamer verkiezingen 2010. Het VDA werd gehalveerd van 41 naar 21 zetels. Het electoraat was sinds Pim Fortuyn op drift geraakt, Jan Peter Balkenende had met zijn "Normen en Waarden" in 2006 een grote overwinning behaald. Op verkiezingsavond trad hij terug als partijleider en verdween schielijk uit de politiek. Het werd er met  Maxime niet beter op.


aange-ree-den

 

Aange-ree-den

Reeds gestorven op het asfalt.

Door een andere auto neergeknald.

Vroegtijdig overleden.

 

Snellend door het bos.

De ogen smeltend zwart.

Zijn leven nog niet op een kwart.

Nu rustend op het zachte mos.

 

Gestorven in zijn kracht

Het leven te vroeg verlaten

Het lag niet in zijn macht

 

Je kunt je er op verlaten,

dat het einde wacht,

 

al heb je het zelf niet in de gaten. 

Geschreven op mijn mobiel leunend tegen een vensterbank wachtend op mijn afspraak


Rechtse hobby

 

Subtiliteit is aan rechtsen niet besteed.

Oplossingen zijn hard en radicaal.

Hun reacties bijna machinaal.

Bezuinigingen keihard en soms ook wreed

 

Cultuur de kop in drukken

Met geweld bestrijden

hen die zich in het geloof in Allah laten verblijden

Ja, ik laat mij toch niet fucken

 

Ik laat mij mijn linkse hobby's niet ontnemen,

deemoedig zonder slag of stoot,

hen het eeuwig gelijk straks laten claimen.

 

Voor mij slechts plaats in huize Avondrood,

terugkijkend met hun welnemen,

op mijn eigen creatieve dood. 

Na aanleiding van de gedoogconstructie met de PVV in 2011 in een steeds rechtser wordend Nederland


Gedicht

Wat toch vaart er in een mens.

Wat toch zijn dat voor duistere krachten,

die hem er toe brengt zijn broeder af te slachten,

zijn zusters te verkrachten.

 

Is er dan geen grens.

Is niemand dan bij machte

het leed voor de ander te verzachten

en niet naar nog meer macht te smachten

 

Ís het niet ons aller wens.

Dat wij niet lijdzaam blijven wachten,

tot een ander doet, wat wij slechts dachten:

Het mobiliseren van de tegenkrachten


In Nederland was het standpunt toch altijd,

vaststaand als een helder feit,

dat men over mensen niet onderhandelt.

Maar nu ons mensbeeld  langzaam kantelt

en standpunten uit het verleden,

geen enkele garantie bieden in het heden.

Nu kunst tot linkse hobby is verheven.

En rechts het recht op anders leven,

van anders denkende en gelovende straffeloos heeft uitgemaakt

als inferieur en achterlijk dat moet worden uitgebraakt.

Nu onverdraagzaamheid de boventoon nu voert

en asielzoekers bij bosjes worden afgevoerd

Zijn wij van land van consensus en tolerantie opgeschoven,

naar consensus in intolerantie. En moeten wij geloven

dat omwille van de macht

het gedogen door diegene die de dracht

van anders gelovende niet gedogen,

een eind mag maken aan ons al om geprezen tolerantievermogen.

En bepaald één Javaanse jongen nu het lot

van hen die geloven in een andere God

En alleen maar omwille van de macht

wordt onze rechtstaat  thans verkracht,

door hen voorheen gezien als bruine horden

Het moet niet gekker worden.


Hoop

 

Achterom kijken heeft geen zin.

Het verleden is geweest,

de tijd die elke wond geneest.

Hoopvol naar een nieuw begin.

 

Weer een jaar voorbij.

Blik vooruit gericht.

Niet bezwijkend onder het gewicht.

Genoeg, gemaar, tenzij.

 

Want nu gaat het gebeuren.

We pakken het geluk ons aangereikt.

We houden op met zeuren.

 

Wee hem die achterom nog kijkt.

Voorwaarts vertrouwen opent vele deuren.

Want het is de hoop die ons bestaan verrijkt.


Kijk om je heen.

Blijf niet onberoerd.

De wereld door conflicten overvoerd.

Hoop, er is er schijnbaar geen.

 

Het pessimisme viert hoog tij.

Doemdenkers spelen op het politieke veld.

Getormenteerd, gepijnigd en gekweld.

Zij zien ontheemden, een lange rij.

 

Maar hij die alle hoop verloren heeft

zie de toekomst niet te somber in.

Is hoop niet juist wat ons beweegt?

 

Kijk op! O stille verwondering.

Want wat de natuur ons elke keer weer geeft,

 

Kijk, daar gloort een nieuw begin!


Maak jouw eigen website met JouwWeb